Verslag Brani

‘Ik heb het gewoon geflikt’

Dagen door weer en wind, uren sjouwen over keien met een zware bepakking op de rug en ’s nachts bibberend van de kou in je tentje.  Branimir heeft PTSS en liep samen met collega’s en zijn buddyhond Goof de 110 kilometer lange Fjallraventocht in Zweden. 

Dag 1
‘Ik vervloek de keien. In alle Youtube filmpjes die ik ter voorbereiding op deze toch heb gekeken zag ik alleen maar mooie bergen en beekjes, maar niemand filmde dit stomme keien pad waar je overheen moet strompelen. De stenen zijn zo groot dat ze bij Goof tot zijn oksels komen. Hij mag niet loslopen en zit met een buggykoord aan mij vast. Maar als we gaan klauteren, komt het touw al snel strak te staan. Klote dit. 

Ik probeer van de omgeving te genieten en ontdooi een beetje, de stress die het vliegen met zich meebracht (teveel prikkels en mensen) en daarnaast nog een heel gedoe om je hond mee te krijgen in de cabine,  kan ik langzaam loslaten. 

Omdat iedereen een ander looptempo heeft, lopen we niet als groep, vanavond zullen we elkaar weer ontmoeten als we de tent opslaan. De zestien kilo aan slaapspullen, kleding en hondenvoer zorgen voor pijn in mijn schouder. We buffelen door. Goof wordt moe en ik struikel een paar keer bijna over hem. Ik vraag me vertwijfeld af of we dit wel gaan halen. Heel laat komen we aan bij het kamp. Mijn natte kleren worden uitgedaan, ik krijg eten en anderen zetten voor mij de tent op. Doodmoe rol ik mijn slaapzak in.’

Dag 2
‘Wat een wereld van verschil nu ik besloten heb om Goof gewoon los te laten lopen. Nu kan ik mijn eigen tempo lopen en dat gaat steeds beter. Uren sjouwen we verder. Onderweg zijn er eetpunten en ik werk een rendierenburger naar binnen. Na een uur of drie lopen begint de pijn in voeten en schouders, een pijn die niet weggaat. Maar we geven niet op. Goof trekt enorm veel bekijks, er zijn allemaal Chinezen die met ons op de foto willen.’

Dag 3
‘Regen en wind striemen al urenlang tegen m’n gezicht. Ik ben nat en koud, heb overal pijn. Ook Goof loopt te rillen van de kou. We moeten maar liefst 28 kilometer vandaag. Hoe dan? Ik veeg tranen uit mijn ogen, ik wil naar huis. Waarom doe ik dit eigenlijk? Toch krijg ik ergens energie vandaan. Ik merk dat ik steeds sneller ga lopen en haal iedereen in. “Zie je nou wel, ik kan dit gewoon”, zeg ik in gedachte tegen al die mensen die me door mijn PTSS hebben afgeschreven. Ja, ik ben veranderd van een stoere agent in een man die niet eens de supermarkt in durft. Maar vandaag voel ik dat ik gegroeid ben. Fysiek, door het trainen voor deze tocht, maar ook mentaal. Die realisatie maakt me emotioneel. Ze denken dat ik niks meer kan, maar nu loop ik maar mooi iedereen voorbij.’

Dag 4
‘De speciale schoentjes à 130 euro die ik voor Goof kocht, beginnen een beetje te snijden in zijn vel, dus vanaf vandaag mag hij op blote pootjes verder. De ergste dag hebben we immers gehad. Elke keer word ik meer vastberaden: we gaan het gewoon halen.’

Dag 5
‘Juichend kom ik over de finish. Alle mensen die op de eindcamping zitten en ons zien aankomen, beginnen te applaudisseren. Binnen bij de receptie plof ik op een bank neer en kom er de eerste drie uur niet meer af. Ik heb het gewoon gehaald, dat moet ik echt even verwerken. Ik zit hier en heb het gewoon geflikt!

Voor mij is dit echt een mijlpaal. Jarenlang heb ik gevochten om terug te komen en nu ineens merk ik dat ik weer uithoudingsvermogen heb. Het begon al met de trainingen, ik merkte dat ik steeds sterker werd, steeds meer kon. Fysiek maar vooral ook mentaal. Deze tocht is voor mij pure winst geweest, een mentale overwinning. Ik kan weer gaan bouwen.’ 

Geschreven door Maaike Boersma.